Magnum Prosecco Rebuli Cuvée Oro
Excellente prosecco met een fijne aanzet, fruitig (kruisbessen, citrus, peer, appel) en aromatisch maar droog. Zacht mondgevoel met veel materie en extract. De toevoeging van een beetje riesling en moscato maken hem nog expressiever. Manuele oogst. Eerste gisting met een gecontroleerde temperatuur met geselecteerde gisten in RVS tanks. Nagisting in gesloten drukvat bij een gecontroleerde temperatuur met geselecteerde gist bij 5 bar. Rijping gedurende 60 dagen.
Land/gebied | Italië, Veneto |
Wijnhuis | Rebuli |
Jaar | nvt |
Geur | kruisbessen, citrus, peer, appel |
Smaakprofiel | Fris met een goede balans in de zuren. |
Druif | Prosecco / Riesling / Moscato |
Bewaren tot | 2020 |
Serveertip | Aperitief, salades, vis |
Wijngebied Veneto
Het wijngebied Veneto ligt in het noordoosten van Italië, tussen het Gardameer en Venetië. Al in de Romeinse tijd werden hier volop druiven verbouwd voor het maken van vooral rode wijnen. Door de komst van veel Europeaanse vakantiegangers in de jaren zeventig werd dit gebied buiten Italië bekend om zijn witte, rode en mousserende wijnen. Prosecco, frizzante of spumante zijn zo populariteit geworden dat prosecco inmiddels al een verzamelbegrip is geworden voor mousserende wijnen in het algemeen.
Het wijngebied Veneto bestaat uit 74.000 hectare wijngaard en Veneto hoort daardoor tot de wijngebieden met de hoogste productie in Italië. Gemiddeld wordt er jaarlijks ongeveer 9 miljoen hectoliter wijn in Veneto geproduceerd. Dat is ongeveer 15 % van de totale Italiaanse wijnproductie. Als het om DOC-wijnen gaat, is Veneto de grootste bron van Italië. Meer dan 20 % van alle DOC-wijn komt uit Veneto. Buiten mousserende wijnen is dit wijngebied ook beroemd om de Amarone en Valopicella wijnen.
Voor rode wijnen zijn de druivenrassen als Corvina Veronese, Rondinella, Molinara, Cabernet Sauvignon, Merlot en Pinot Nero (Pinot Noir in Frankrijk) populair. Voor witte en mousserende wijnen zijn dit de Garganega, Trebbiano en Prosecco (Glera) druiven. 55% is witte wijn en mousserende wijn en 45% is rode wijn.
Druif Prosecco/Glera
De Prosecco druif (van oorsprong glera druif) is een inheemse Noord-Italiaanse druivensoort. Er wordt gezegd dat deze druif waar Prosecco van wordt gemaakt een geschiedenis heeft van minstens 2.000 jaar. De Romeinen kenden Prosecco wijn al als Puccino. De eerst referentie op schrift naar de naam Prosecco stamt uit 1772, in een uitgave van Giornale d'Italia. Fransesco Maria Malvolti omschreef toen de kwaliteit van de wijnen die in de regio werden gemaakt.
De Prosecco druif is een witte druivensoort en wordt voornamelijk gebruikt voor mousserende wijn. De druif is vooral aangeplant in de provincie Veneto. Er doen twee verhalen de ronde over de oorsprong van deze druif. De eerste is dat de druif afkomstig is uit de gelijknamige gemeente Prosecco en de ander is dat de druif uit de provincie Padua komt, waar de soort serprino heet. In het begin van de 19e eeuw werd de Prosecco massaal aangeplant in de provincies Treviso en Padua.
De Prosecco druif is vanwege zijn lichte structuur, weinig suikers, hoge zuurgraad en frisse aroma's uitermate geschikt voor mousserende wijnen. De Prosecco (Glera) druif heeft grote, lange trossen en ronde kleine druiven die vrij zoet van smaak zijn. De druif is begin oktober rijp en gedijt goed op niet al te droge plaatsen. Prosecco geeft wijnen met een strogele kleur en een bescheiden alcoholpercentage. De druif wordt ook wel voor stille wijnen gebruikt met een smaak van peer en een licht bittertje.