Terug

Druivensoorten A t/m L

Aligote
De Aligoté druif is een kruising tussen de druiven Pinot en Gouais, over het algemeen levert de Aligoté een sappige, licht-fruitige wijn op, die vooral vroeger bekend staat om ook haar hoge zuurgraad. Vroeger stond de aligoté bekend als plante des trois raisins. In Frankrijk vooral in Chablis en Bourgogne Alligoté Bouzeron aangeplant en was hier enige eeuwen geleden zelfs belangrijker dan de Chardonnay. Tegenwoordig wordt de Aligoté overschaduwd door deze soort. In oost Europa (Roemenië, Moldavie) is meer dan 25000 hectare beplant. Ook in Californië en in de wat koelere streken van Noord en Zuid-Amerika (westkusten) is de druif te vinden. Er zijn twee soorten Aligoté-druiven namelijk:

De Aligoté Vert en de Aligoté Doré, waarvan de laatste de mooiste wijn oplevert. Synoniemen voor deze druif zijn: de Plant Gris en de Blanc de Troyes. De wijnen dienen wel jong gedronken te worden en zijn hooguit 3 à 4 jaar houdbaar. De wijnen zijn fris zuur en kunnen een ronde fruitigheid hebben. Droge en lichte wijnen met een licht kruidig karakter, citroen, iets appel en noten. Het aroma is aangenaam maar weinig apart.


Airén
Airén is niet alleen de meest voorkomende witte druif in Spanje, maar ook ter wereld. Toch wordt er zelden goede wijn gemaakt van deze druif. De druif wordt in Spanje voornamelijk gebruikt voor de productie van Brandy en frisse spotgoedkope wijnen die bij nooit buiten Spanje verkocht worden. De traditionele wijnen van de Airén druif zijn meestal zwaar, de modernere wijnen zijn geschikt als aperitief of als begeleider bij rivier- of zeevis. De aroma's die in deze wijn naar boven komen zijn selderij en vers gesneden gras. Deze druivensoort kan zeer goed tegen de hitte van La Mancha en had vroeger een slechte reputatie. Maar dankzij de moderne technieken is het karakter van de druif, met zijn dikke schil, verbeterd.



Arneis
De Arneis heeft als bijnaam ook wel de “witte nebbiolo” of “kleine koning”, waarmee het belang en het nobele karakter van deze druif aangegeven wordt. Het is een van de belangrijkste witte druivensoorten van (noord) Italië en wordt alleen in Piemonte verbouwd. Hij wordt dan ook maar onder 2 appellaties gebruikt: de Roero Arneis DOCG en de Langhe Arneis DOC. De oudst bekende vermelding dateert uit 1478 uit de omgeving van Canale, die toen ook wel Renexij genoemd werd, waarschijnlijk naar de Renesio heuvel. Tot in de jaren ’70 werd vaak wat Arneis toegevoegd aan de rode wijnen van de Nebbiolo om die minder hard te maken. De Arneis is geen gemakkelijk te telen druif (zijn naam betekent in dialect ook letterlijk “kleine schurk”) met een vrij hoge ziektegevoeligheid en lage opbrengsten, en is mede daarom uit beeld geraakt. Vanaf de jaren ’80 verlegde de aandacht zich van kwantiteit naar kwaliteit, en kwam de Arneis weer in beeld vanwege zijn goede smaakeigenschappen. Sinds die tijd is hij met name eerst in Italië populair geworden, en de laatste jaren krijgt hij ook internationaal steeds meer erkenning. De Arneis gedijt vooral erg goed op de arme zandbodems van de Roero. De druif geeft daar middelzware, verfijnde en elegante witte wijnen; geteeld in de Langhe geeft hij wat zwaardere wijnen met meer body. Over het algemeen wordt de Arneis niet op hout opgevoed maar alleen op roestvast staal (inox), al zijn er een paar producenten die de wijn (deels) een korte houtrijping geven. De wijn wordt in de regel het beste vrij jong gedronken, al kunnen sommigen een korte flesrijping van enkele hebben. De Arneis is een gemiddeld aromatisch en heeft een vrij lage zuurgraad. Daarom wordt meestal geen malolactische fermentatie toegepast, zodat de wijn lekker fris blijft. Hij heeft een lichte tot medium body met een duidelijke mineraliteit, vaak goed mondgevoel, en mooie frisheid met tonen van wit fruit zoals perzik en abrikoos, tropisch fruit, soms wat bloemige tonen, en meestal een mooi amandel bittertje in de afdronk.


Barbarossa
Barbarossa is een blauwe druivensoort en wordt naast de Provence en Corsica ook verbouwt in Italië. Dit ras geeft robuuste, aromatische wijnen en kunnen zeer goed ouderen. De druif is ook bekend als Barberou.


Barbera
De Barbera is de op twee na meest aangeplante druif in heel Italië en is ook daarbuiten wel aangeplant, bijvoorbeeld in Californië en Argentinië, maar levert nergens zulke goede resultaten als in Piemonte. In Piemonte is het dan ook de meest aangeplante druivensoort, waar hij in ieder geval al in de 12e eeuw voorkwam. In Piemonte heeft de druif lang in de schaduw gestaan van de hoger aangeschreven Nebbiolo, maar dat beeld is vanaf het midden van de jaren ’80 snel aan het verdwijnen. In die tijd werd van de Barbera, mede vanwege zijn hoge zuurgehalte, vooral jonge wijn voor elke dag gemaakt. Dankzij een wat andere cultivatie, vooral toepassen van groene oogst voor opbrengstbeperking, en met moderne vinificatietechnieken zoals temperatuurcontrole en vatlagering, zijn de zuren getemd en bleek er wijnen van hog niveau van gemaakt te kunnen worden. De afgelopen 2 decennia is de Barbera daarom aan een enorme opmars onder de kwaliteitswijnen begonnen, en behoren de top Barbera’s tot de beste wijnen van Italië.

Het veelzijdige karakter van de druif laat toe dat er diverse stijlen wijn van gemaakt kunnen worden. Er worden dankzij de hoge productie die de Barbera kan geven nog steeds bulkwijnen van gemaakt: als je in een willekeurig restaurantje in Piemonte een karafje rode huiswijn bestelt is dat in 9 van de 10 gevallen een Barbera, en vaak erg jong. Een plaatselijk populaire variant is de Barbera vivace, die een beetje nagisting heeft gehad waardoor die licht bruisend in het glas is. Van de kwaliteitswijnen zijn er de op inox gerijpte wijnen en de op hout gelagerde versie. De druif heeft van zichzelf weinig tannines, dus de versie die alleen op rvs is opgevoed is daardoor erg zacht, soepel en drinkbaar. De op hout opgevoede versie, die zowel op grote foeders als op kleine vaten gelagerd kan zijn, heeft meer structuur, inhoud en complexiteit, en kan grootse wijnen opleveren.

De smaak van Barbera kenmerkt zich door frisse zuren en een grote mate van fruitigheid, met vooral rood en zwart fruit zoals cassis, kersen, bramen en frambozen. De houtgelagerde variant heeft een complexe smaak met daarnaast nog kruidige tonen en vanille. Barbera die alleen op inox opgevoed is kan je het beste jong drinken, en kan ’s zomers eventueel kort in de koelkast een beetje teruggekoeld worden. Het zijn ideale begeleiders van het eten en passen bij vele gerechten, en zijn ook lekker om ’s avonds zo te drinken. Een houtgelagerde Barbera kan tussen enkele jaren tot bij de grootste crus wel 15+ jaar bewaard worden, en verdienen het om bij een mooi diner geschonken te worden.


Brachetto
De Brachetto is een rode druivensoort die al eeuwenlang in Piemonte verbouwd werd, en waarvan de wijn vroeger zelfs geëxporteerd werd. Het is echter geen makkelijk te telen druif, en na de phylloxera epidemie zijn de stokken na WOI op grote schaal vervangen door andere soorten. Het belangrijkste aanplantgebied is momenteel de omgeving van Acqui Terme, het productiegebied van de Brachetto d’Acqui, die zelfs een DOCG status heeft gekregen. Deze bestaat zowel als een licht mousserende frizzante (1-3 bar) als een mousserende (>3,5 bar) spumante variant, die eigenlijk altijd zoet of licht zoet is.

Kenmerkend voor de Brachetto is de bleke, lichtrode kleur en wijnen met een lichte body. Het is een aromatische druif met een smaak met opvallende florale tonen van geranium en rozenblaadjes, en heel veel rood fruit, met name aardbeien en frambozen.Naast deze lichte, mousserende dessertwijnen wordt de Brachetto ook wel gebruikt om stille dessertwijnen met normale sterkte te maken, meestal met de passito methode (indrogen van de druiven). Dit geeft bijzonder aromatische rode dessertwijnen.

Brunello
De Brunello druif is een kloon van de Sangioves druif. Sangiovese is een veelgebruikte druif die in Italie, o.a. in de Chianti. In Montalcino zijn ze er met de Brunello-variant in geslaagd om met deze druif een topproduct te creëren, dat wereldfaam wist te verwerven. Naast de Brunello en de Rosso produceert men in Montalcino een zoete Moscadello di Montalcino en de Sant'Antimo. Het laatstgenoemde type is een uitzondering, omdat deze zowel in rood als wit, maar ook met uitheemse druiven zoals Cabernet Sauvignon geproduceerd wordt.


Cabernet Franc
Cabernet Franc is het kleine broertje van de cabernet sauvignon en belangrijste druif voor rode Loirewijnen. De wijn is gebaat bij goede rijpheid. In jaren met beperkte rijpe druiven wordt de wijn gekenmerkt door een vegetaal aroma dat doet denken aan groene paprika. De wijnen van cabernet franc kunnen variëren van lichte, fruitige wijnen tot zeer geconcentreerde wijnen. In de Bordeaux speelt de Cabernet franc een belangrijke rol in assemblages met cabernet sauvignon en merlot. Deze variëteit die ook wel bouchet of breton genoemd wordt, gold lange tijd als het kleine broertje van de cabernet sauvignon. Met zijn vroegrijpheid is hij vooral geschikt voor koelere streken, waardoor hij het ook zo goed doet in Saint-Émillion, waar hij zijn stempel drukt op de Cheval Blanc. Aan de Loire worden van de cabernet franc cépagewijnen gemaakt. Hij heeft een mooie druif, bescheiden tannine en vaak wat meer zuur dan de krachtigere cabernet sauvignon. Terwijl hij vroeger veel gebruikt werd voor lichte bistrowijntjes, met name in Noordoost Italië, worden er de laatste jaren aan de Loire uitstekende, fluweelzachte en volle wijnen van gemaakt.

Een toegankelijke, kruidige, donkerblauwe druivensoort die vrijwel altijd wordt vergeleken met de cabernet sauvignon. Net als deze druif heeft de cabernet franc flink wat tannine, maar blijft minder uitgesproken in geur en smaak, wel wat kruidiger. Ook rijpt cabernet franc vroeger wat hem mede bestaansrecht geeft in Bordeaux. In de Loire, waar hij veel is aangeplant , geeft hij helderrode, frisse fruitige wijnen. De druif heeft een geur en smaak van aardbeien of frambozen, viooltjes en potloodslijpsel. In koelere klimaten zoals in de Loire worden de wijnen fris en fruitig. Ook wordt de Cabernet Franc veel gebruikt als basis voor rosé. Deze rosé’s zijn kruidig, wat boers met een donkerroze kleur.


Cabernet Sauvignon
Cabernet Sauvignon staat zo ongeveer overal in Europa aangeplant, als laatrijpend druivenras met veel weerstand gedijt de Cabernet Sauvignon zeer goed in warmere klimaten en levert hij in Frankrijk, Californië, Australië, Zuid Afrika, Chili, maar ook in Italië en Spanje, kwalitatief goede wijnen. Het is een van de bekendste en meest geteelde druiverassen voor rode wijn. In de Bordeaux-streek en vooral in de Médoc is het de belangrijkste druif, die zorgt voor de wereldberoemde rode wijnen die daar vandaan komen. De Cabernet Sauvignon groeit zeer krachtig en kan op veel grondsoorten gedijen, behalve op heel vruchtbare bodems, waar de groei veel te sterk wordt. De CAbernet Sauvignon is een kleine doffe donkerblauwe druif met een dikke schil. Het sap is zeer aromatisch. De druivenstok is goed bestand tegen wintervorst, alleen in het voorjaar kan schade ontstaan door nachtvorst. De weerstand tegen ziekten is groot: De Cabernet Sauvignon is alleen vatbaar voor meeldauw en lamstelligheid. Het groeiseizoen is lang, zodat de wijngaarden moeten worden aangeplant op een iets warmere plaats. De opbrengst zijn over het algemeen laag en de oogsttijd valt middellaat, dus vanaf half oktober en later.

De Cabernet Sauvignon geeft over het algemeen zeer goede volle, tanninerijke wijnen, die vaak lang bewaard kunnen worden. Gedurende deze bewaartijd zullen deze wijnen zich ontwikkelen in de fles en zal het smaak patroon veranderen. Cabernet Sauvignon staat bekend om zijn wijnen met kracht en diepe kleur, met veel tannines. Kan lang rijpen en dan een grote complexiteit bereiken. De smaak toont vaak cassisfruit en kersen, in combinatie met een aangename kruidigheid. Aroma’s van donkerrood fruit zoals zwarte bessen, rijpe pruimen, kruidig, kaneel, menthol, munt, eucalyptus, rabarber, bieten, zwarte olijven, drop en inkt. Vermengd met Merlot en Cabernet Franc worden de wijnen wat zachter en robuuster. De wijnen bezitten over het algemeen veel kleur, terwijl ze in hun smaak behoorlijk veel fruit en de nodige tannines bieden. Bij overproductie of onvoldoende rijpheid maak het fruit plaats voor een onaangenaam vegetale toon die aan groene paprika doet denken.

Jonge Cabernet Sauvignon wijnen kunnen door de tannines wat stug overkomen. Daarom worden ze vaak geblend met 'zachtere' rassen zoals de merlot of de shiraz. Omgekeerd wordt cabernet sauvignon regelmatig gebruikt als aanvullende druif om de smaak van traditionele rassen in een bepaald gebied wat complexer te maken. Carignan De Carignan druif is afkomstig uit de regio Aragon in Spanje en is daarna via Algerije in Frankrijk gekomen. In 1962 werd vanwege de Algerijnse onafhankelijkheid de toevoer van de druiven naar Frankrijk stopgezet. Hierop besloten de Fransen om het ras zelf aan te planten. In 1988 was de Carignan met 167.000 hectare de meest aangeplante druif in Frankrijk. Vandaag de dag wordt deze druif, die hoge opbrengsten geeft, veel verbouwd in het Middellandse Zeegebied, maar ook in de Verenigde Staten en Australië. Dit ras gedijt het beste in een warm klimaat, alleen dan kan de druif volledig rijpen. Tevens is deze druif niet gevoelig voor schade door vorst, dit omdat en het een laatrijpende druif is. De wijnen van de Carignan druif hebben een goede kleur, veel tannine en zuren en aroma's van kruiden. Vanwege die vele tannine en zuren wordt de druif vaker gebruikt in combinatie met Grenache, Syrah en Cinsaut. De wijn wordt dan een stuk toegankelijker.

Catarratto
Catarratto is de op twee na meest aangeplante witte druif van Italië. En dan te bedenken dat ze alleen op Sicilië groeit en dan ook nog vooral in de provincie Trappani op de westkust van Sicilië. Ze is goed voor 40 à 50 % van de totale druivenopbrengst en is na de Trebbiano de meest verspreidde witte druif van Italië. Lange tijd diende ze de Marsale-productie. Nu die is ingestort verdwijnt het grootste gedeelte van deze druiven in bijproducten. Ze wordt gedestilleerd of er wordt geconcentreerd druivensap van gemaakt. En eigenlijk is dat jammer want met de goede kloon, de juiste wijngaard, niet te hoge opbrengst en de goede boer, dan kun je er een heerlijke frisse witte wijn van maken met een heel eigen karakter.


Carignan
De uit Spanje afkomstige Carignan behoort tot 's werelds meest aangeplante blauwe druivenrassen. In Frankrijk wordt de druif veel aangeplant in het Middellandse Zeegebied. De Carignan geeft een hoge opbrengst per hectare en dat is de reden waarom hij eind jaren '80 van de vorige eeuw de meest aangeplante druif van Frankrijk was. Maar bij hoge opbrengsten kunnen de wijnen onaangenaam en ruw worden en daarom wordt de druif vandaag de dag veel gebruikt in blends met andere druivenrassen als Cabernet Sauvignon, Syrah, Mourvèdre, en Grenache. Franse rode wijn die voor meer dan 60% uit Carignan bestaat komt meestal uit de Côtes du Roussillon en Côtes du Roussillon villages. Buiten Frankrijk komt de Carignan voor in Spaanse wijnen uit Catalonië en heeft hij een klein aandeel in veel rioja's. Buiten Europa wordt de Carignan druif veel verbouwd in Centraal-Californië.


Carignan geeft rode wijn met veel kleur, tannines en veel zuren maar met weinig verfijning. Assemblage met Grenache, Syrah en Cinsaut zorgt voor meer toegankelijkheid en complexiteit. Alleen Carignan van oude stokken met lage opbrengst en in goede wijngaarden levert interessante wijnen.

Carmenère
De Carmenère druif heeft een nogal bijzondere geschiedenis. Voordat de Phylloxera (druifluis) in de 20e eeuw keihard toesloeg in Europa, was de Carmenere één van de edele druiven die een belangrijke rol speelde in de rode Bordeaux wijnen. Omdat de Carmenere sowieso al gevoelig was voor allerlei ziektes werd hij hard geraakt door de druifluis en vervolgens de rug toegekeerd in de Bordeaux.


Gelukkig werd de druif al voordat de druifluis toesloeg naar Chili geëxporteerd, echter in de veronderstelling dat het de populaire Merlot druif betrof! Pas vele jaren later, eind vorige eeuw, kwam men erachter dat in verschillende Chileense wijngaarden tussen de veronderstelde Merlot wijnstokken ook anders uitziende wijnstokken stonden die ook wat later rijpten dan de Merlots. De Chileense producenten wisten natuurlijk al jaren dat hun wijngaard niet voor 100% met Merlot druiven was aangeplant, maar waren bang voor een schandaal. Aanvankelijk werd het bestaan van de Carmenere tussen de Merlot druiven stilgehouden, maar de Chilenen zagen ook interessante mogelijkheden.

De Carmenère gedijt net als vele andere druiven uitstekend in het voorspelbare klimaat van Chili, dat vanwege z’n afgelegen ligging geen last heeft van de gevreesde phylloxera. Buiten Chili wordt de Carmenere nog steeds aangeplant in de Bordeaux alsmede in Californië, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook in Noord-Italië schijnt de Carmenere voor te komen, tussen de Merlot wijnstokken.

De Carmenère is een laat rijpende druif met een relatief lage opbrengst die gevoelig is voor coulure, bloesemval die uiteindelijk leidt tot geen of misvormde druiven. Hij geeft donker gekleurde wijnen met een aroma van zwarte bes, kers, pruim, viooltjes, roos en tabak. Bij de wat rijpere wijnen kan daar nog chocolade bijkomen. Bij houtrijping, dat veelvuldig wordt toegepast, kunnen daar ook nog eens koffie, peper, zoethout, kruidnagel en cederhout bij komen. De smaak is samen te vatten als fruitig en kruidig/peperig, aangevuld met koffie en chocolade, en toch zacht en rond.

In Chili worden van de Carmenere druif mono-cépage wijnen gemaakt, terwijl hij in de Bordeaux veelal wordt gebruikt als ondersteunende druif in een blend met bijvoorbeeld de Cabernet Sauvignon.


Chardonnay
De Chardonnay druif werd voor het eerst ontdekt in de 16e eeuw in Frankrijk, maar werd pas geregistreerd tegen het einde van de 17e eeuw. Een plaatsje bij Tournus met de naam Chardonnay heeft er waarschijnlijk zijn officiële naam aan gegeven. In het verleden is de chardonnay druif vaak verward met de pinot blanc. Dat is niet zo vreemd, want uit DNA onderzoek is gebleken dat de pinot blanc en de onbekende gouais blanc z’n ouders zijn.


Al eeuwen lang staat Chardonnay bekent voor de 'grote' witte Bourgogne wijnen waar hij aangeplant staat in de bekende dorpen zoals Chablis, Meursault, Gevrey-Chambertin, Santenay en Mercurey. Ook in de Champagnestreek speelt hij een essentiële rol bij het maken van Champagne. De druif wordt behalve in Frankrijk, met veel succes aangeplant in Italië, Spanje en vooral in USA (Californië), Australië, Zuid-Afrika, Chili en Nieuw-Zeeland. In deze 'nieuwe wereld' wijnlanden brengt de chardonnay tegenwoordig uitstekende en betaalbare wijnen voort. De chardonnay druif rijpt vrij vroeg in het seizoen, heeft een dunne schil en geeft hoge opbrengsten per hectare. Wat chardonnays kenmerkt is hun volle, ronde smaak. De wijn is bijvoorbeeld veel voller dan een sauvignon blanc.

De druif is echter zo veelzijdig dat de wijnen kunnen variëren van fris en fruitig (zonder houtrijping) tot vol en romig (met houtrijping). De populaire houtgerijpte exemplaren hebben vaak aroma´s met tropisch fruit, honing, boter, toast, noten, vanille en zijn veelal soepel, zacht en rond van smaak. De exemplaren zonder houtrijping zijn een stuk frisser met tonen van citrusfruit, ananas, appel, meloen en perzik. De kleur van Chardonnay wijnen varieert van licht groengeel tot intens geel. De wijn van deze druif is zeer geschikt voor rijping op hout en geeft een volle wijn met een stevig herkenbaar bouquet. Chardonnays uit warme landen hebben vaak aroma’s van brioche, verse boter, hazelnoten en gegrild brood. Wij verkopen een van de allerbetse chardonnay wijnen die er bestaan onde de 10 euro. Onze Villa Blanche chardonnay is ook de Huiswijn van de Librije in Zwolle.


Chenin Blanc

Chenin Blanc is een druivensoort die goed gedijt in het Franse Loiredal waar hij ook pineau de la Loire genoemd wordt, onder de naam Steen is de Chenin Blanc het meest voorkomende druivenras in Zuid-Afrika. De Chenin Blanc produceert frisse en fruitige wijnen met zeer uiteenlopende smaken van fruit en is zeer geschikt voor het maken van mousserende wijnen. In het algemeen staat dit druivenras bekend om zijn strakke wijnen. De geur is vaak heerlijk breed, mooi bloemig, met appel, tropisch fruit, amandel, marsepein en honing. De smaak sappig, fris en toegankelijk. Stille wijnen vinden we in meerdere types, variërend van droog tot zoet. De zoete wijnen van Chenin Blanc kunnen bijzonder goed rijpen. Deze varieteit wordt ook gebruikt als basis voor: mousserende-, droge witte wijn, zoete witte wijn, en de “liquoreux” gemaakt d.m.v. “pourriture noble”. Chenin Blanc is zeer aromatisch en heeft een goede, natuurlijke zuur balans. In warmere klimaten kunnen ook de goedkopere wijnen die van deze druivensoort vervaardigd zijn nog fris en prettig smaken.


Cinsaut
Cinsaut is een blauwe druivensoort en is op grote schaal aangeplant in Frankrijk, Spanje, Californië, Zuid-Afrika, Australië en Libanon. De druif heeft een lichte schil en gedijt zeer goed in een droog en warm klimaat en een droge, arme en steenrijke zand en kleibodems. Het is traditionele mediterrane druivensoort en is beroemd geworden vanwege zijn kruising met de Pinot Noir, waar de Pinotage uit voort is gekomen. Cinsaut is een druif die vroeg rijpt en zich uitstekend machinaal laat oogsten. De druif is gevoelig voor meeldauw en kan grote opbrengsten hebben, wat niet altijd goed is voor de kwaliteit van de wijnen. De wijnen van de Cinsaut druif hebben weinig tannine, een mooie zuurgraad en zijn vooral jong zeer aromatisch met geuren van perzik, framboos, aardbei en amandel. Cinsaut is zeer geschikt voor de productie van lichte rosé wijnen en wordt vaak geblend met andere druivensoorten zoals Grenache.


Clairette
Clairette is een witte druivensoort uit Frankrijk met een dunne schil en werd vroeger veel gebruikt als basis voor vermouth. Dit vanwege zijn natuurlijke hoge alcoholgehalte. Vandaag de dag is de druif bekend vanwege de mousserende wijn, Clairette de Die, die er van gemaakt wordt. De wijnen van dit ras kunnen het best jong gedronken worden en zijn fruitig en erg gevoelig voor oxidatie. Soms kunnen de wijnen ook aan de zware kant zijn met weinig zuur. Clairette gedijt het beste op droge en arme bodems met kalk.


Cortese
De Cortese is een druivensoort die vooral voorkomt in Piemonte. In totaal vinden we de Cortese terug in vijf appellaties waar deze druif is toegestaan om aan te planten. De appellaties zijn de DOCG Cortese di Gavi, DOC Colli Tortonesi, DOC Cortese dell’Alto Monferrato, DOC Monferrato en ten slotte DOC Piemonte. Cortese staat naast Piëmonte ook nog aangeplant in Lombardije en Veneto. Hij is bekend geworden als de druif van de Gavi, en dankzij het internationale succes van die wijn is de druif in de 2e helft van de 20e eeuw op steeds grotere schaal aangeplant.

Om de kwaliteit hoog te houden worden de opbrengsten bewust laag gehouden. De zuurgraad van de Cortese druif blijft ook tijdens hete zomers goed behouden. De wijnen van dit ras zijn licht en fruitig en hebben aroma's van amandelen, citrusvruchten, peer en gras. Dankzij het smaaktype is de Cortese druif ook erg geschikt voor het maken van mousserende wijn volgens de Metodo Classico, vroeger ook methode champenoise genoemd omdat ook Champagne op deze manier wordt gemaakt.


Corvina 
De Corvina druif komt al honderden, zo niet duizenden, jaren voor in de Veronese wijngaarden maar vindt zijn oorsprong in Kroatië en is daar bekend onder de naam Hrvatica. Corvina is de voornaamste druif voor Valpolicella, Amarone en Badolino wijnen. Kenmerken van de Corvina druif zijn het fruitige aroma (aardbeien, kersen en zwarte peper), de hoge zuurgraad en de lage fenolwaarden (ook wel carbolzuur of carbol genoemd). Dit is een organische verbinding bestaande uit een benzeenring waarvan één waterstofatoom is gesubstitueerd door een hydroxylgroep (OH). Fenol is daarom een aromatische alcohol. Wanneer corvina wordt verbouwd op een vulkanische bodem die rijk is aan mineralen kan de druif heel geparfumeerd worden. De druif wordt over het algemeen op de 'Veronese pergola' manier geplant. Hoog, met een horizontale gerichte tak. De Corvinarijpt vrij laat en de dikke schil zorgt voor een aardige weerstand tegen rot. In sommige gebieden waaronder in Piemonte wordt deze soort ook wel “Bonarda” genoemd, wat zeer verwarrend is. Er is namelijk ook een “Bonarda Piemontese” en dat is een verschillende en niet verwante druif!


Corvinone

Jarenlang werd gedacht dat de corvinone druif uit Veneto een mutatie was van de corvina druif. DNA analyses hebben uitgewezen dat het om twee heel verschillende variëteiten gaat. Terwijl de naam doet denken aan een 'grote' corvina, is de corvinone eerder het tegendeel, verfijnd en met een bijzondere kwaliteit en evenwicht. De grootsheid zou eerder gelden zijn voor de kwaliteit van de corvinone vergeleken met andere druivensoorten. Als de opbrengsten laag worden gehouden, geeft corvinone sappig, paars fruit en veel aroma aan de wijn. De Corvinone wordt nooit als enige druif gebruikt voor de wijn maar altijd in een blend met andere lokale druivensoorten uit de zoals rondinella en de corvina druif. Vergeleken met de corvina geeft de druif minder alcohol, maar meer markante zuren en een breed spectrum van intense aroma's.


Croatina

De Croatina is een rode druivensoort die op diverse plaatsen in Piemonte is aangeplant, maar ook in andere wijngebieden in Noord Italië zoals Lombardije en de Veneto. In sommige gebieden waaronder in Piemonte wordt deze soort ook wel “Bonarda” genoemd, wat zeer verwarrend is. Er is namelijk ook een “Bonarda Piemontese” en dat is een verschillende en niet verwante druif! De Croatina lijkt qua stijl wel wat op de Dolcetto, en geeft ook donker gekleurde, stevige en matig tanninerijke wijnen. De smaak kenmerkt zich door kruidigheid en donker fruit zoals pruimen, amarenen en zwarte bessen. Ze hebben vaak baat bij enkele jaren flesrijping, al zijn het geen echte bewaarwijnen.


Dolcetto
De Dolcetto is een druivensoort die in Piemonte op veel plaatsen aangeplant is, en daar buiten ook wel voorkomt in Noord Italië. Ook in andere landen komen druivenstokken voor onder andere namen waarvan vermoed wordt dat het de Dolcetto is. De naam betekent “kleine zoete” maar dat slaat niet op de wijn, die altijd droog is. Het is ook niet zeker dat dit op het suikergehalte slaat, al rijpt de Dolcetto relatief snel en kan daardoor vrij hoge suikergehaltes ontwikkelen, wat wijn met veel alcohol geeft. De druif heeft van zichzelf flink wat tannines, vooral uit de pitten, en die zijn vaak wat "hard". De druiven moet daardoor voorzichtig behandeld worden tijdens de vinificatie. Gelukkig heeft hij ook zeer veel kleurstoffen in zijn schil en is hij redelijk aromatisch, waardoor ook met een heel korte inweking op de schillen mooie donkere, sterk fruitige wijnen geproduceerd kunnen worden.

De Dolcetto wordt klassiek op inox tanks gevinifieerd, en levert wijnen op die het traditioneel vrij jong gedronken worden. Dank zij de tannines kan de wijn wel langer bewaard, maar dan verliest hij wel wat van zijn karakteristieke fruitigheid. Kalssieke Dolcetto is echt een elke dag wijn, die veel bij pasta’s en pizza’s gedronken wordt. Ook gaat hij vanwege zijn tannines goed samen met eiwitrijk eten zoals salami en andere droge worst. Door zijn stevige karakter ook prima begeleider van minder subtiel eten zoals bij de barbeque. De afgelopen jaren is er ook steeds meer geëxperimenteerd met houtgelagerde Dolcetto’s, en daarmee zijn zeer mooie resultaten bereikt. Het heeft laten zien dat de Dolcetto meer in huis heeft dan een dagelijkse wijn, en de tophuizen maken bijzonder fraaie Dolceto’s die zich ook lenen om meerdere jaren te ouderen. In de Dogliani heeft dit zelfs geresulteerd in de toekenning van de DOCG status.


Ehrenfelser
Ehrenfelser is een witte druivensoort van Duitse origine en is ontwikkeld door dr. Heinrich Birk in 1929. Hij kruiste de rassen Riesling en Silvaner. Dit ras komt voornamelijk voor in Canada en in de regio's Palatinate en Rheinhessen in Duitsland en er zijn in de staat Washington een paar experimentele wijnstokken met deze druif aangeplant. De Ehrenfelser is een druif die zeer goed tegen vorst kan, vrij snel rijpt en een hoge opbrengst heeft. De wijnen hebben veel karaktereigenschappen van de Riesling in zich.


Gamay
De Gamay druif, of de Gamay Noir à jus blanc zoals de officiële naam luidt, is dé druif van de Franse wijnstreek Beaujolais. De druif heeft een paarsige kleur, wordt gebruikt voor rode wijnen en bestaat al sinds de 14e eeuw. Er wordt gedacht dat de druif in 1360 voor het eerst verscheen in het dorp Gamay ten zuiden van Beaune. De inwoners van dit dorp waren blij met de druivensoort nadat de pest had toegeslagen. De Gamay druif was twee weken eerder gerijpt dan de Pinot Noir en was minder moeilijk om te verbouwen. Daarnaast gaf de Gamay druif een sterkere en fruitigere wijn.

De voornaamste kenmerken van de druif zijn, zijn fruitigheid en elegantie en de wijnen die er van gemaakt worden zijn jong te drinken, maar sommige kunnen ook goed rijpen. In de geur en smaak van de wijn komen aardbeien, frambozen, kersen en soms banaan naar voren. Naast de Beaujolais is de Gamay druif ook aangeplant in Lyon en Touraine.


Garganega
Garganega is een witte inheemse druivensoort uit Italië aangeplant rond het middeleeuwse in het stadje Soave. De Garganega wordt dan ook vooral in het noordoosten van Italië verbouwd en wel in de provincies Verona en Vicenza. De eerste sporen van deze druif gaan terug naar de 14e eeuw en de Garganega heeft een reputatie als kwaliteitsdruif. Wanneer de opbrengsten laag gehouden worden kan de Garganega een volle, elegante wijn geven met een goed bewaarpotentieel.

Qua verspreiding staat deze druif op de 6e plaats in Italie. Het vormt de basis van de witte wijn Soave. In DNA-onderzoeken van 2003 en 2008 is gebleken dat de Siciliaanse druivensoort Grecanico identiek is aan de Garganega. De wijn van deze druif geeft delicate aroma's van geel fruit, amandelen en specerijen. Deze druif rijpt laat en heeft de neiging om grote opbrengsten te genereren waardoor de wijn heel dun kan worden met weinig of geen aroma's. In de Soave regio is de Garganega de belangrijkste druivensoort en vormt meer dan 70% van de witte wijnen in een blend met twee andere druiven, de Trebbiano en de Chardonnay. De Garganega wordt verder verbouwd in de regio's Gambellara, Bianco di Custoza, Colli Berici and Colli Euganei, allemaal DOC regio's. Buiten het noordoosten komt deze druif voor in Umbrië en Friuli.

Synoniemen voor de Garganega zijn; Garganega Comune, Garganega di Gambellara, Garganega Gentile, Garganega Grossa, Garganega Piramidale, Garganega Veronese, Garganega Vicentina, Grecanico Dorato, Grecanico, Grecanio..


Garnacha
Garnacha is de meest aangeplante blauwe druivensoort van Spanje en is een sterke soort voor de productie van rode wijn. Naast Spanje is deze druif ook te vinden in Frankrijk, Noord-Afrika, Australië en Italië. De druif heeft een dunne schil met weinig pigment en is daardoor geschikt voor de productie van rosé. De Garnacha kan goed tegen extreme hitte, rijpt langzaam en is immuun voor allerlei ziektes. De bodem waar deze druif het beste op gedijt, is een arme en droge bodem met veel stenen.

De wijnen van de Garnacha druif kenmerken zich door de fruitige, bijna zoete smaak waarin bramen, kersen en peper naar voren komen. het zijn geen wijnen om lang te bewaren aangezien ze erg gevoelig zijn voor oxidatie. Grenache blanc De Grenache Blanc is een vrij gemakkelijke druivensoort voor witte wijn en heeft veel extract. Van nature beschikt deze druif over een hoog alcoholgehalte en weinig zuren. Deze soort heeft enigszins iets weg van de witte Marsanne druif en is veel aangeplant op het Spaanse schiereiland. De wijnen van deze druif zijn krachtig en alcoholrijk. Een arme, droge bodem en een warm klimaat zijn ideaal voor deze soort. De wijnen hebben een bleekgroen-gele kleur, zijn droog, zacht en fruitig met aroma's van anijs, dille, venkel en bloemen.


Gewurztraminer
De Gewurztraminer druif is een druivensoort die behoort tot de een van de "edele" rassen uit de Elzas. De druif heeft zijn naam te danken aan het dorp Tramin dat in het noordoosten van Italië ligt. Gewürz betekent kruidig en dat is ook wat er terugkomt in de wijnen van deze druif. Zowel in de geur als de smaak komt die kruidigheid naar voren. De schil van de druif bevat veel pigment en dat maakt de witte wijnen van deze druif een van de donkerste die er bestaan. In de smaak en geur komt naast de kruidigheid ook tropisch fruit en bloemen naar voren. Door die kruidigheid is het een minder geschikte wijn als aperitief, maar meer voor na de maaltijd geserveerd met kaas of niet te zoete desserts. Vanwege de lage zuurgraad mist de wijn al snel spanning.

De Gewürztraminer houdt niet van kalkrijke grond en is erg gevoelig voor ziektes. Om goed te kunnen rijpen is een droge en warme zomer van belang. Buiten Europa is dit ras onder andere aangeplant in Nieuw-Zeeland en in de koelere gebieden van Californië. Grenache De Grenache druif is van herkomst een Spaanse druivensoort en wordt, vanwege de dunne schil met weinig pigment, veel gebruikt voor de productie van rosé en blendwijnen. Het is waarschijnlijk de meest aangeplante blauwe druivensoort ter wereld. Het is een ras die laat rijpt en hete, droge omstandigheden nodig heeft. Grenache zorgt voor fruit en rondheid in de wijn en geeft ook toegankelijke wijnen met weinig tannine en een lage zuurgraad. De rode wijnen van dit ras kunnen door het weinig pigment in de schil een hele lichte kleur hebben. In de smaak van de wijnen komen bramen en peper naar boven.


Grüner Veltliner
De Grüner Veltliner druif is hèt paradepaardje van Oostenrijk en met circa 30% van de totale wijnbouw in het land is het de meest voorkomende druivensoort. In Oostenrijk is de druif voornamelijk aangeplant in Neder-Oostenrijk in onder andere de gebieden Wachau, Kremstal en Kamptal. Naast Oostenrijk is het ras ook aangeplant in Tsjechië, maar verder bijna nergens anders. Dit ras heeft een lange rijpingsperiode en heeft veel zonne-uren nodig, ergens half oktober is deze druif rijp. Omdat dit ras heftig reageert op diverse klimaten en bodemsoorten is deze druif in meerdere stijlen te vinden. Je hebt enerzijds de lichte, fruitige variant en anderzijds de krachtige, rijke variant met een hoger alcoholpercentage. De lichte variant heeft een fijne zuurgraad en kan jong gedronken worden, terwijl de rijke wijnen een pepertje in de smaak hebben en een goede bewaarwijn is.


Lagrein
De Lagrein druif komt voor in Zuid-Tirol in Italie en is een blauwe druivensoort. De druif is middelgroot, rijpt laat en is gevoelig voor ziektes. De wijnen van dit ras hebben een granaat rode kleur, een goede hoeveelheid tannine en zijn krachtig. De druif wordt ook wel gebruikt voor de productie van rosé Lambrusco Lambrusco is de naam van zowel een blauwe druivensoort als een Italiaanse wijn die van de Lambrusco druif wordt gemaakt.

Al in de Romeinse tijd werd deze druif aangeplant en gewaardeerd vanwege de hoge opbrengsten. In de jaren '70 en '80 was Lambrusco wijn de meest geïmporteerde wijn in de Verenigde Staten. De wijnen van dit ras zijn ontwikkeld om jong te drinken, hebben een smaak van bessen en is verkrijgbaar in een mousserende variant. Er zijn vele klonen van de Lambrusco druif zoals de Grasparossa, Maestri en Marani. De wijnranken van dit ras worden vaak hoog boven de grond verbouwd om de kans op meeldauw te verkleinen. Naast de zoete wijn kan er ook een droge wijn met hinten van aardbeien van gemaakt worden.

Vergelijk producten Verwijder alle producten

You can compare a maximum of 3 products

Hide compare box
← Keer terug naar de backoffice    Deze winkel is in aanbouw. Eventueel geplaatste orders zullen niet worden gehonoreerd of verwerkt. Verbergen