Terug

Druivensoorten M t/m Z

Macabeo
De Macabeo is in Spanje een belangrijke druivensoort voor witte wijn. In de Rioja wordt de Macabeo ook wel Viura genoemd. Het is een druivensoort die veel gebruikt wordt in de Cava, de Spaanse champagne.
Het ras eist een arme bodem en is zeer hitte- en droogteresistent, tamelijk productief en wordt laat geoogst. Soms wordt de druif verweten wat neutraal te zijn, maar een kundig wijnmaker weet de goede aroma's en de kruidige neus er wel in te krijgen. Klassieke op eikenhout gerijpte Rioja's zijn meestal voornamelijk viura met 5-10 procent malvasiá riojana. De strogele tot amberkleurige wijnen hebben een relatief laag zuur en een hoog alcoholgehalte en worden vaak als aperitief gedronken. Ze zijn droog, fruitig, licht en fris. In Catalunya wordt hij geassembleerd in andere streken is hij de enige druif voor de Cava's. Ook gebruikt in de witte wijnen in Rioja en Navarra. In Frankrijk is de druif aangeplant in de Languedoc, de Provence, de Roussillon en de zuidelijke Rhône.
 

Malbec
De Malbec druif zou zijn vernoemd naar een Hongaarse boer die de druif voor het eerst in Frankrijk introduceerde. De druif was des tijds populair onder wijndrinkers in Frankrijk, maar het klimaat werkte helaas tegen en de opbrengst bleef erg laag. Aan de andere kant van de wereld is de malbec ondertussen bezig aan aan opmars. Sinds een aantal jaar is de druif ook wel bekend als een Argentijnse druif. Tegenwoordig produceert dit Zuid-Amerikaanse land meer dan 75% van het totale aandeel malbec-wijnen op de wereld.

Dit staat gelijk aan een oppervlakte van maar liefst 62.000 voetbalvelden! De bekendste wijnstreek in Argentinië is de  Mendoza. Het speciale aan deze wijngaarden is de hoge ligging tot wel 1400 meter. Dit zorgt voor veel zonlicht en een hoog UV-gehalte, wat de wijnen meer tannine geeft en daarnaast zien we dat de schil van de druif dikker is dan in andere landen die malbec verbouwen. Ook speciaal te noemen is het grote temperatuurverschil tussen dag en nacht. Dit zorgt voor een veel langzame rijping van de druiven en daardoor veel aroma’s in de wijnen.

Naast Argentinië is deze druif ook naar Chili gereisd en wordt ook hier veel aangeplant. Het verschil tussen de landen is het tannineaandeel van de wijn. Dit is in Chileense wijnen hoger en vaak deze wijnen worden vaak gecombineerd met Bordeaux-druiven.


Marsanne
De Marsanne druif is een witte druivensoort en komt voornamelijk voor in de Rhône, Frankrijk. In dit gebied is de druif ook ontstaan en het is een van de acht rassen die is toegelaten in de Côtes du Rhône appellation. Naast Frankrijk zijn er kleine hoeveelheden aangeplant in Australië, Zwitserland en Californië. De druif is gevoelig voor meeldauw, rot en andere ziektes en heeft een lage zuurgraad. Ook is de druif gevoelig voor het klimaat. Bij een te warm klimaat wordt de druif te rijp en ontstaan er geen goede wijnen en in een koud klimaat heeft de druif geen kans om volledig te rijpen. De opbrengst van de druif is aanzienlijk groot en de wijnen van de Marsanne zijn rijk en vol. In de geur komen amandelen en citrusvruchten naar boven. Ook samen met de Rousanne druif ontstaan er een mooie witte wijn.


Marselan
De Marselan druif is in 1961 op Domaine de Cazes ontwikkeld en is een kruising tussen de soorten Cabernet Sauvignon en Grenache Noir. Het is een vrij kleine druif die vroeg rijpt en complexe wijnen geeft met veel kleur en aroma's van onder andere cassis, kruiden, frambozen en cacao. Het ras is vernoemd naar de plaats waar de druif is ontwikkeld namelijk Marseillan. Tegenwoordig komt de druif naast Frankrijk ook in kleine hoeveelheden voor in Californië.


Melon de Bourgogne
Melon de Bourgogne is een witte druivensoort en groeit vlakbij de Atlantische Oceaan aan het einde van de Loire. Oorspronkelijk komt de druif uit de Bourgogne en naast Frankrijk komt de druif ook voor in de staat Oregon in de Verenigde Staten, waar de druif simpelweg Melon heet. De druiven kunnen goed tegen lage temperaturen en zijn bekend geworden vanwege hun rol in de wijn Muscadet. De wijnen van de Melon de Bourgogne druif hebben een neutrale smaak en fruit in het aroma. Ook kunnen de wijnen soms een wat zoute smaak hebben. Wijnen van dit ras zijn op zijn best als ze jong worden gedronken en passen uistekend bij zeevruchten.


Merlot
De Merlot druif behoort tot de klassieke druiven van de Bordeaux en de belangrijkste druif in Saint-Emilion en Pomerol. Merlot is een druivenras, voor het eerst in boeken vermeld in 1784 als een van de betere rassen in het gebied van Libourne. De naam zou afkomstig zijn van het Franse woord merle (merel). De aanplant van Merlot is de laatste jaren aanzienlijk gestegen. Merlot is wereldwijd zeer populair en men is steeds meer tot het inzicht gekomen dat Merlot in een vrij koele wijngaard moet worden aangeplant. Merlot wordt op deze manier heerlijk fruitig en intens van karakter. Merlot werd vaak met de Cabernet Sauvignon vermengd, maar wordt steeds meer gebruikt als een op zichzelf staand druivenras. Zacht , kruidig, fruitig, zwarte bessen, pruimen, moerbei, bramen, chocolade, truffels en tabak.

Merlot brengt een zekere zachtheid in de wijn en zorgt dat de wijn wat sneller oudert en eerder op dronk is. In de Bordeaux-streken St.Emilion en Pomerol wordt wijn hoofdzakelijk van de Merlot gemaakt. Deze wijnen smaken veel zachter en ronder en is ook eerder op dronk. De Merlot kan ook als tafeldruif gebruikt worden vanwege de lage zuurgraad en de toch nog redelijk grote trossen en bessen. Merlot groeit matig sterk en wordt als guyot gesnoeid of als cordon met lange stiften. Hij groeit het best op lichtere grondsoorten en is winterhard. De weerstand tegen ziektes is gering, behalve tegen meeldauw heeft hij meer weerstand. Vooral regen tijdens de oogstperiode kan aanzienlijke schade geven door rotting van de bessen. Door het redelijk vroege uitlopen van de stokken kan er schade door nachtvorst ontstaan.

Merlot is een productieve, vroeg rijpe, fruitige donkerblauwe druivensoort. Het sap is weelderig, fruitig en kan zwoel bijna zoet zijn. De druif heeft een niet al te dikke schil, een relatief hoog suikergehalte en is in potentie erg productief. De merlot bloeit vroeg in het voorjaar en is dan blootgesteld aan de gevaren van nachtvorst. Als de productie te hoog wordt, worden de wijnen dun en licht.


Montepulciano
De Montepulciano druif levert het in de Abruzzo in Italië een droge, zachte rode wijn op, die licht tanninerijk, sappig en vriendelijk is. Afhankelijk van het wijnhuis en de maker zal een wijn van de Montelpuciano d'Abruzzo variëren van een goede wijn voor alledag tot een iets serieuzere wijn, met wat meer diepgang. De minimaal 2 jaar houtgerijpte wijnen (reserva) zijn erg aan te raden. De top uit de streek Abruzzo qua rode wijnen komt uit de heuvels, de Colli Teramane. Naast de verplichte Montepulciano mag men er ook maximaal 10% Sangiovese aan toevoegen. Deze wijnen zijn voller en robuuster dan de gewone Montepulciano d'Abruzzo, zeker de riserva, welke minsten drie jaar oud moet zijn en minstens 12,5% alcohol moet bevatten.

Montepulciano (deze druif, door geheel Midden en Zuid-Italië verbreide soort die voornamelijk in Abruzzo (maar ook in Le Marche) goede wijnen kan geven mits in handen van een goede wijnmaker, dan is het een zeer vlezige krachtige wijn met veel diepgang en een bijna zwarte kleur, er wordt hier ook een rosato van gemaakt met de naam Cerasuolo, meestal vrij donker gekleurd en stevig van smaak). Niet te verwarren met de Vino Nobile di Montepulciano die gemaakt wordt van sangiovese. Deze druivensoort geeft een goede opbrengst en rijpt relatief laat. De wijnen van de montepulciano-druif zijn meestal soepel, bedoeld om in drie tot vier jaar na oogst geconsumeerd te worden.


Moscato
De Moscato is een van de meest aangeplante witte druiven in Piemonte, en misschien wel de bekendste. Het is een druif waarvan vele honderden varianten bestaan die overal op de wereld aangeplant zijn, ook als tafeldruif vanwege zijn opvallende, aromatische smaak. Mogelijk is het een van de oudste druivensoorten die er is. In Piemonte wordt de druif gebruikt voor de beroemde mousserende half zoete Asti Spumante en voor de licht mousserende Moscato d’Asti. De druif is populair vanwege zijn karakteristieke, sterk aromatische smaak. De Moscato d’Asti wordt gemaakt door de fermentatie te stoppen voordat alle suiker vergist is tot alcohol, en heeft dan typisch ook een laag alcohol gehalte van maar ca 5%.

Door de druiven te vergisten in afgesloten druktanks (autoclave) komt er koolzuur in de wijn, die daardoor licht mousserend wordt. De Asti Spumante is meestal verder vergist, heeft daardoor een wat hoger alcoholpercentage (ca 7%) en een hogere druk. Dat is ook te zien aan de dikkere fles die gebruikt wordt en de champignon vormige kurk; Moscato d’Asti heeft vaak een ‘gewone’ kurk en een minder zware fles. Naast mousserende dessertwijnen wordt de Moscato in Piemonte ook gebruikt voor stille dessertwijnen, meestal door de druiven in te drogen (passito methode) voor er wijn van gemaakt wordt. Hiermee worden ook bijzonder mooie dessertwijnen gemaakt.


Mourvèdre
De Mourvèdre druif is van oorsprong een Catalaanse druivensoort en is het meest bekend onder de naam Monastrell, het is een veeleisende druif die warme, beschutte plekken nodig heeft. Het is ook een druif met een dikke schil die goed gebruikt kan worden voor de productie van rode wijnen. Er worden rijke wijnen met veel alcohol, voldoende zuren en tannine van gemaakt. De druivensoort staat veel aangeplant in Spanje en Zuid-Frankrijk. In Zuid-Frankrijk wordt de soort veel gebruikt voor assemblages met Grenache en Syrah. Buiten Europa is de druivensoort te vinden in Australië en Californië, waar hij meestal Mataro wordt genoemd. Een van de bekendste wijnen die van de Mourvèdre wordt gemaakt is de rode Bandol wijn uit het zuiden van Frankrijk. De druif gedijt goed op plekken waar extreme klimaten heersen, dat wil zeggen hete zomers en koude winters. Mourvèdre rijpt vrij laat en is daarom geschikt voor zuidelijke gebieden. In de smaak en geur van de wijnen komen bramen, specerijen, peper en soms ook leer en aardse tonen naar voren.


Müller Thurgau
Müller Thurgau is een Duitse druivensoort ontwikkeld in het Instituut voor viticultuur van Giessenheim door Dr. Muller, die geboren werd in het Zwitserse kanton Thurgau. De druivensoort is een kruising tussen de Riesling en de Silvaner en is gekweekt om de betrouwbaarheid van de Silvaner en de kwaliteit van de Riesling te combineren. De wijn heeft een aromatische smaak en ruikt naar fruit en bloemen.


Muscadelle
De Muscadelle druif is een typische druivensoort in de Bordeaux voor witte wijn. Hij rijpt vroeg en loopt laat uit en heeft een aantrekkelijk hoge productie. Deze druif wordt meestal gebruikt om zoete wijnen wat extra parfum te geven. De wijnen hebben een krachtig druivenaroma in de geur en smaak en wat tonen van bloemen. De soort wordt vooral gebruikt voor het maken van zoete wijnen. Maar het gegeven dat in de geclasseerde crus van Sauternes een maximum van 5 % in de blend als voldoende geldt, onderstreept de ondergeschikte rol die deze variant speelt.


Muscadet
Muscadet is een druif die voornamelijk in het westelijke deel van de Loirevallei voorkomt. Dit is een omvangrijk district dat met de Muscadet een beendroge, lichte, verkwikkende wijnen voortbrengt. De Muscadet, ook Melon de Bourgogne genoemd wordt verbouwd in de wijngaarden gelegen tussen de twee rivieren, Sèvre en Maine, ten zuiden en ten oosten van Nantes op de zuidelijke oevers van de Loire. Door de invloed van de Atlantische Oceaan heeft de streek een zonnig klimaat.


Muscat
De Muscat druif is het meest aromatische druivenras van alle druivensoorten, de muscat druif kan aroma's geven van witte bloemen en citrusfruit. De naam Muscat is enigszins misleidend, want in feite is dat de algemene noemer voor diverse varianten. Als kwalitatief beste geldt de Muscat blanc à petits grains, met als goede tweede de Muscat d'Alexandrie. Synoniemen voor de muscat druif in het Spaans, Italiaans en Duits zijn respectievelijk Moscatel, Moscato en Muskateller.

Muscat is zowel tot zoete als tot strak droge wijn te vinifieren. Bij zoete wijnen gebeurt dat in de vorm van een versterkte wijn. De gisting wordt dan onderbroken door toevoeging van wijnalcohol en de onvergiste suikers geven de wijn vervolgens zijn zoete smaak. Voorbeelden daarvan zijn de Muscats uit de Languedoc (Rivesaltes, Beaumes de Venise), die van het Griekse eiland Samos, Moscatel uit Spanje, de Hanepoot uit Zuid-Afrika en de intense Australische dessertwijnen Van een andere orde zijn de passito wijnen van ingedroogde druiven, zoals de Moscato van het Zuid Italiaanse eilandje Pantelleria. Een weer heel ander type, eveneens van Italiaanse afkomst, is de laagalcoholische, mousserende Moscato d'Asti uit Piemonte. In opkomst zijn de droge Muscats uit het Franse Zuiden.


Nebbiolo
De nebbiolo druif is de beste en edelste rode druivensoort van Italië. Omdat de nebbiolo druif zeer langzaam rijpt wordt deze als allerlaatste van alle druivensoorten in de Piemonte geoogst. Meestal in de 2e helft van oktober of zelfs pas in de 1e week van november. De naam is waarschijnlijk ook afkomstig van het woord “nebbia” of mist, die rond deze periode in de ochtend de dalen in Piemonte vult. De nebbiolo druif is waarschijnlijk ook een van de bekendste druivensoorten van Italië en wordt vanwege zijn geweldige kwaliteiten ook wel “de koning” onder de Italiaanse druivensoorten genoemd. Mogelijk komt dit ook door de connectie met de bekendste wijn van deze druif, de Barolo. Want de wijn wordt ook wel “Wine of Kings and King of wines” genoemd. Alhoewel de nebbiolo druif waarschijnlijk al eeuwen lang verbouwd werd in Piemonte is de opkomst en grote roem begonnen halverwege de 19e eeuw. Toen werd de Franse wijnmaker Louis Oudart gevraagd om de kwaliteit van de plaatselijke wijn te verbeteren. Hij ontdekte dat het fermentatieproces verbeterd kon worden door o.a. toepassing van de zogenaamde ‘malolactische fermentatie’, en dat de druif dan zeer geschikt was voor het maken van droge rode wijn, want tot dan toe was Barolo vooral een zoete wijn.

Doordat de nebbiolo zeer langzaam rijpt moet deze eigenlijk alleen worden aangeplant op de warmste hellingen die het meeste zon krijgen en de meeste beschutting hebben in koelere periodes. Het beste groeit de nebbiolo druif tot 450 m boven zeeniveau. Zeker ook omdat de nebbiolo typisch een vrij hoog gehalte aan tannines heeft, met name in de schil. Als de druiven niet goed rijp worden blijven de tannines onrijp, groen en hard, en dat wordt helaas niet beter door lange flesrijping. Vanwege deze tannines wordt de rode wijn gemaaktvan nebbiolo druiven dan ook vaak op hout gerijpt, om zo de wijn zachter en ronder te maken. Maar ook dan blijft het een wijn die vooral als hij jong is redelijk veel tannines en veel structuur heeft. Vrijwel alle rode wijnen van de nebbiolo druif hebben baat bij flesrijping, soms maar een paar jaar, maar zeker de cru wijnen hebben wel 10 tot 20 jaar nodig om mooi op dronk te raken en een mooie uitgewerkte en zachte smaak te krijgen. De nebbiolo druif geeft lichtrode wijnen met een intrigerende geur van rozen, teer, soms kersen of pruimen, leer, verse groene kruiden of gedroogd fruit. Kenmerkend voor de smaak zijn tonen van rood fruit, met name frambozen, florale tonen zoals viooltjes, geraniums, rozenblaadjes en aardse tonen zoals (bos)grond, paddenstoelen en teer.

Nebbiolo heeft relatief weinig kleur en de neiging om bij oudering snel kleur te verliezen (van rood naar bruin). Rode wijn van de nebbiolo druif kan vanwege zijn kracht en structuur het beste gedronken worden tijdens het eten, zeker de wat jongere nebbiolo's. Klassieke combinaties uit de Italiaanse keuken zijn met gebraden rood vlees en wild. In de Alto-Piemonte wordt de druif Spanna genoemd en groeit daar al sinds de 13e eeuw.


Negroamaro
Negroamaro betekent zwart en bitter in het Italiaans. Het is niet geheel duidelijk hoe de druif in Italië is gekomen. Wellicht kwam de druif in de 7e eeuw voor Christus vanuit Griekenland, maar het kan ook zijn dat de handelaren zo’n 8.000 jaar geleden de druif uit Klein Azië hebben meegenomen.
De Negroamaro druif is een blauwe druivensoort die voorkomt in Italië en dan met name in de regio Apulië. De druivensoort kent vele synoniemen zoals Nero Amaro, Nicra Amaro en Uva Cano en wordt voornamelijk gebruikt voor blendwijnen.

Naast blendwijnen geeft de druif ook mooie rosé en rode wijnen die lang bewaard kunnen worden. Van de geschiedenis van de Negroamaro is niet veel bekend, maar er aangenomen dat de druif oorspronkelijk uit Griekenland komt. De druif is stabiel en goed bestand tegen ziektes, kan goed tegen droogte en geeft kwaliteitswijnen. De wijnen zijn vaak bijna zwart van kleur en hebben in de afdronk een aangenaam bittertje. Het boeket is rijk en complex met tonen van rood fruit, kersenjam en kruiden. In de mond is de wijn vol, zacht, heerlijk fris fruit, jammig, rijke tannines en een aangename afdronk.


Nero d'Avola
De Nero d'Avola is de belangrijkste druivensoort van Sicilië en wordt ook wel Calabrese genoemd dat is afgeleid van het Griekse woord kalavisi, wat 'goede druif' betekent. Rond de steden Rosolini en Pachino is de Nero d'Avola het meest aangeplant. De druif geeft donkere wijnen die zacht en toch stevig zijn en goed kunnen rijpen. Naast Sicilië is de druivensoort ook steeds meer te vinden in andere landen zoals Australië. De druif heeft zijn naam te danken aan de stad Avola in het zuiden van Sicilië en houdt van een dor en warm klimaat. De Nero d'Avola wordt ook wel vergeleken met de Syrah druif en er zijn inderdaad gelijkenissen qua blad en de vorm van de druif.

Parellada
Parellada is een witte druivensoort uit Spanje, die daar vooral in Catalonië wordt verbouwd. Het is een van de drie soorten die wordt gebruikt voor het maken van de bekende mousserende Spaanse wijn cava. De andere twee zijn de soorten macabeo en xarel-lo.

De kwaliteit van deze druif is in principe hoog, mits er op gelet wordt dat de opbrengst per hectare laag blijft (minder dan 35 hectoliter per hectare zelfs). Dan krijgt men prachtige, evenwichtige wijnen, met een behoorlijke zuurgraad en frisse tonen van citrus en groene appel. Het alcoholpercentage blijft aan de lage kant, maar zo'n graad of 9 tot 11. Dat wordt veroorzaakt door het lage suikergehalte dat in de groei wordt opgebouwd. Door de dikke schil is deze druif goed bestand tegen allerlei ziektes, met name rot. Om de frisheid niet te verliezen is het goed om deze wijn jong te drinken.


Petit Verdot

De Petit Verdot druif heeft een dikke schil en het rendement is zeer laag, met zijn laag rendement en een late oogsttijd, dus hoge risico’s, is het verbouwen van deze druif alleen mogelijk voor grote rijke wijnbouwers. Volgens kenners kan de druif voor een grote wijn het verschil maken tussen fantastisch en fabuleus. Deze zijn dan niet afhankelijk van de toegevoegde waarde die de druif in een mogelijke blend met een percentage van een paar procent inneemt. In de nieuwe wereld wijnlanden is zijn verschijning steeds vaker in de vorm van een Cépage.

Een zeer donkere druif voor rode wijn met een dike schil. Vroeger speelde Petit Verdot een grotere rol dan tegenwoordig. Petit Verdot rijpt zeer laat waardoor er maar weinig gebieden zijn waar hij tot gehele rijpheid komt, namelijk daar waar het langer warm blijft. Qua smaak lijkt de druif op Syrah, kruidig vol en complex. De druif heeft veel Tannines waardoor de wijn vaak een lange bewaartijd heeft. Als hij goed rijp is geeft de Petit Verdot een peperige, gekruide, geurige wijn met veel smaak, tannine, kleur en alcohol.


Pinot Blanc
De Pinot Blanc is een witte druif en een mutant van de Pinot Gris, die weer een mutant is van de Pinot Noir. De druif wordt gebruikt voor witte wijnen en is onder andere aangeplant in de Elzas, Duitsland, Italië en Hongarije. De druivensoort is in Frankrijk ook wel bekend onder de naam Klevner en in Duitsland wordt de druif Weissburgunder genoemd. Pinot Blanc is een druivensoort die weinig ziektegevoelig is en heeft, om een mooi karakter te kunnen ontwikkelen, een goede rijping nodig. De druif geeft vrij neutrale wijnen en zowel in de smaak als de geur komen appels en wit fruit naar voren. De wijnen hebben laag zuurgehalte en zijn fris en fruitig. Vanwege dit karakter is de wijn goed toegankelijk en makkelijk te combineren.


Pinot Grigio
De Pinot Grigio druif of Pinot Gris is een witte druivensoort die een bijzondere mutatie is van de bekende druivensoort Pinot Noir. De kleur van de schil is namelijk grijs in plaats van rood. Hij geeft veel kleur aan de wijn, meer dan alle andere witte druivensoorten, maar heeft ook een uitdrukkelijk en geraffineerd parfum. Hoogstwaarschijnlijk komt de Pinot Grigio oorspronkelijk uit de Bourgogne in Frankrijk maar hij komt nu veelvuldig voor in de Elzas, Duitsland en Italië, waar hij grootse wijnen geeft. Het is een druif die uitstekend geschikt is voor de late oogst, om ‘dessert wijnen’ of ‘late harverst’ wijnen van te maken; wijnen met een hoge concentratie aan suiker en aroma’s zoals exotische en gedroogde vruchten, maar ook bloemige geuren zoals jasmijn of wilde rozen. Zelfs als hij niet laat wordt geoogst, geeft Pinot Grigio altijd licht zoete wijnen, wat hem nog eens op een andere wijze onderscheidt van anderen.


Pinot Noir
De Pinot Noir is een wereldwijd veel aangeplante druif, de grote rode Bourgogne wijnen, maar ook de witte Champagnes hebben bijgedragen aan de bekendheid en populariteit van de Pinot Noir druif. Pinot Noir is één van de oudste druiverassen en vindt volgens kenners zijn oorsprong in het Nijldal. Vanuit Egypte zou de verspreiding vooral door de Romeinen plaatsgevonden hebben. Pas Vanaf de 4de eeuw wordt de Pinot Noir gekweekt in de Bourgogne. De druiventros lijkt in vorm op de "pinot", pijnboomappel, vanwaar de naam.

De Pinot Noir is een winterharde druif, waarvan de stokken laat uitlopen en de bloei is daarom ook laat. De Pinot Noir gedijt het beste op een warme, voedzame en vochthoudende bodem. Hoe warmer de plaats, hoe beter de wijn zal worden. De rijping ervan is relatief vroeg, dus dat maakt hem minder geschikt voor warme gebieden. Pinot noir is gevoelig voor de omvang van de oogst, dus er dient flink gereduceerd te worden voor de pluk. Pinot noir geeft wijnen met een goede kleur, extract en zuiverheid in geur en smaak. De wijnen hebben zelden dezelfde intensiteit als die van cabernet sauvignon of syrah, maar dat pinot noir kan ook wijn leveren met kleur en structuur.

Pinot noir staat voor subtiliteit, charme en soepel fruit. Vergeleken met de cabernet is hij over het algemeen rijker aan zuren en armer aan tannines. En, als het goed is, van een bijzondere puurheid. Zeer kenmerkend voor pinot noir is zijn 'terroirgevoeligheid'. De kleinste nuanceverschillen in bodem en klimaat zijn al in de wijnen terug te proeven, te meer omdat pinot noir bijna altijd ongemengd blijft. In de jongere wijnen proeven we frambozen, aardbeien, kersen, viooltjes en kool. In de oudere wijnen treffen we meer aardse tonen en een bouquet dat doet denken aan wild en soms zelfs drop.


Pinotage
De Pinotage druif een kruiding van Pinot Noir en de Cinsault druif, ook wel Hermitage genoemd. Hij werd in 1925 gekruist door Abraham Perold, professor in de wijnbouw aan de Universiteit van Stellenbosch. De Pinot Noir levert geweldige wijnen op, maar is lastig te verbouwen. Als een echte druif van de Nieuwe Wereld moest de Pinotage zich natuurlijk bewijzen, en dat viel niet mee. Vanuit Europa was eerst veel kritiek. Toen in 1991, vanaf het einde van de Apartheid, de Zuid-Afrikaanse wijnmarkt openging, richten de Afrikaanse wijnboeren zich eerst op meer Europese druiven zoals de Shiraz of Cabernet Sauvignon. Tegen het eind van de 20e eeuw groeide de populariteit en inmiddels is de druif een onmisbaar onderdeel van de Zuid-Afrikaanse wijnwereld. De Pinotage is zijn roots aan het ontgroeien en je komt hem niet meer alleen in Zuid-Afrika tegen. Ook Nieuw-Zeeland, Brazilië en de Verenigde Staten verbouwen deze Afrikaan tegenwoordig. Als de druif op het juiste moment geoogst wordt, kun je een fruitige wijn met een vleugje banaan, kers en aardbei verwachten.


Prosecco (Glera)
De Prosecco (van oorsprong Glera) druif is een witte druif en wordt voornamelijk gebruikt voor mousserende wijn. De druif is aangeplant in Italië ten oosten van Venetië en in Frioul. Er doen twee verhalen de ronde over de oorsprong van deze druif. De eerste is dat de druif afkomstig is uit de gelijknamige gemeente Prosecco en de ander is dat de druif uit de provincie Padua komt, waar de soort Serprino heet. In het begin van de 19e eeuw werd de Prosecco massaal aangeplant in de provincies Treviso en Padua. De Prosecco druif is vanwege zijn lichte structuur, weinig suikers, hoge aciditeit en frisse aroma's uitermate geschikt voor mousserende wijnen. De Prosecco heeft grote, lange trossen en ronde kleine druiven die vrij zoet van smaak zijn. De druif is begin oktober rijp en gedijt goed op niet al te droge plaatsen. Prosecco geeft wijnen met een strogele kleur en een bescheiden alcoholpercentage. De druif wordt ook wel voor stille wijnen gebruikt met een smaak van peer en een licht bittertje.


Regent
Dit is een vrij recent druivenras uit Duitsland en volgens kenners een zeer goed ras voor de toekomst. De Regent druif wordt ook in Nederland aangeplant en heeft kleine druiven. De wijnen zijn over het algemeen diep rood, vol van smaak met voldoende tannine. Rijping op hout doet hem goed. Ook worden er stevige rosés gemaakt van deze druif. In de wijngaard Het is een vrijwel volledig resistent ras. Het is een sterke groeier met een loofwand die niet dicht groeit. Er komt dus voldoende zonlicht doorheen om de trossen goed te laten kleuren en rijpen. Regent is een zeer vruchtbaar ras dat snel trossen vormt (soms zelfs al het tweede jaar) en een behoorlijke opbrengst geeft. Om een goede wijn te krijgen moet wel een deel van de trossen verwijderd worden. Regent rijpt mooi op tijd en kan vanaf eind september geoogst worden. Voor een volle wijn is het van belang dat de trossen een hoog suikergehalte halen en goed afrijpen, zodat het zuurgehalte voldoende zakt.


Riesling
De Riesling druif is de grote druif van de wijnen van de Rijn en Moezel en de riesling doet het uitstekend in koele klimaten. De natuurlijke zuurgraad van deze wijn geeft hem geweldige bewaarmogelijkheden, tot tientallen jaren. De laatste jaren is de aanplant steeds licht gestegen, verwacht wordt dat deze tendens blijft bestaan. Eerste kwaliteitswijn druivensoort en uitgangspunt sinds het begin van de Duitse Wijnbouw in 1775. Staat naast de Chardonnay druif bekend als een van de beste witte druivenrassen. Wordt veel verbouwd langs de Rijn en Moezel. Deze beroemde, vroeg rijpe druivensoort voor witte wijn krijgt niet altijd het begrip en de waardering die hij verdient.

In de Noord-Duitse Moezel waar men enkele van de meest beroemde Riesling-wijnen produceert, beschouwt men deze druif als een laat rijpende varieteit. Dit in vergelijking met de Müller-Thurgau, een varieteit die zo ongeveer overal wel wil rijpen. Er zijn zeer veel verschillende Riesling-wijnen: van droog en jong drinkbaar tot zoete trockenbeerenauslesen die zeer goed lang weggelegd kunnen worden. Wijn gemaakt van Riesling is licht in alcohol, heeft verfrissend veel fruit en heeft het bijzondere vermogen het karakter van het gebeid en de ‘terroir’ door te geven. In de jonge wijnen proeven en ruiken we citrus, bloemen en staal-achtige, droge tonen. In de edele zoete wijnen vooral honing, bloemen en veel meer, maar altijd blijft er een prettig en verfrissend zuurtje te onderscheiden.


Rondinella 
Rondinella blijkt al in de 18e eeuw geïntroduceerd te zijn in de provincie Verona en dankt haar naam aan de speciale (paars)zwarte kleur van de bes en lijkt op de zwarte kleur van zwaluwen (zwaluw is 'rondine' in het Italiaans). Ondanks de lange geschiedenis is de rondinella druif niet erg bekent en staat altijd in de schaduw van het grote broertje corvina. Rondinella is één van die vele Italiaanse autochtone druivenrassen die het Italiaanse wijnlandschap zo boeiend maken. Je zult deze druif normaliter niet vinden in een andere regio dan in de Veneto.

De wijnen waarvoor rondinella als blenddruif wordt gebruikt zijn doorgaans wel vrij bekend. Ten eerste voor de eenvoudige Bardolino en ten tweede voor de basis Valpolicella. De kwaliteit van deze druif wordt vooral gebruikt in de allerbeste en bekentste wijn uit Veneto, de Amarone wijn. De amarone wijn geeft droge rode wijnen met veel concentratie en een hoger alcoholgehalte verkregen door het indrogen van de druiven voor de persing. Door de karakteristieken van de bessen is rondinella bijzonder geschikt om te laten indrogen voordat er wijn van persen wordt. Kenmerken voor de rondinella druif zijn een complexe neus met granaatappel, zwarte bessen, kersen, pruimen, vanille, gedroogd fruit, tabak en amandel. De smaak is krachtig en toch ook met een zekere zachtheid en souplesse. De beste wijnen kunnen een intense en zeer lange afdronk hebben.


Rousanne

Roussanne is een belangrijk druivenras met kleine vruchten dat wijnen van grote klasse kan voortbrengen. Het ras is vooral gekend in het Rhônegebied. De wijn wordt vrijwel nooit als cépagewijn uitgebracht maar meestal gemengd met marsanne.

De druiven van de roussanne bezitten een lichtrode kleur, de vruchten zijn klein. Het ras is weinig bestand tegen wind, is vatbaar voor meeldauw en rot snel, heeft onregelmatige opbrengsten en kan pas laat geoogst worden. Het is een ras dat van een zonnig, droog en warm klimaat houdt en stenige arme en goed gedraineerde kalkbodems prefereert. De opbrengsten zijn relatief laag (40-50 hectoliter per hectare). Het ras staat bekend als zeer aromatisch met geuren van bloemen, abrikoos, vijg gekonfijte en droge vruchten, meidoorn en honing. Het zuurgehalte is goed en voldoende hoog zodat de wijnen relatief lang houdbaar zijn. De wijnen worden ook op eiken vaten opgelegd.

Roussanne is vooral bekend in het Rhônegebied (Hermitage, Crozes-hermitage, Saint-Joseph, Saint-Péray en Châteauneuf-du-Pape) maar is ook populair in de Provence, de Languedoc en de Roussillon. Verder komt hij in Frankrijk nog voor in de Savoie. Buiten Frankrijk wordt roussanne geteeld in Californië, Italië (Ligurië en Toscane) en in Australië.


Sangiovese
De Sangiovese druif is een oude en van origine Toscaanse druif die waarschijnlijk afkomstig is van de wilde “vitis silvestris”. Het is één van de oudste Italiaanse druivensoorten en heeft zijn naam te danken aan het Latijnse "sanguis Jovis" wat "bloed van Jupiter" betekent. Overal in Italië is deze druif aangeplant en is inmiddels zo'n 14 keer gekloond. In het begin van 1800 is de druif verdeeld in de Sangiovese Grosso en Sangiovese Piccolo. Het verschil zit hem voornamelijk in de grote van de druif. Deze soort gedijt het beste in een gemiddeld warm klimaat op een goed gedraineerde bodem. Hij rijpt laat en is gevoelig voor regen tijdens het oogstseizoen. De druiven hebben weinig fruit, maar veel zuren en tannines, weinig suiker en alcohol en is vrij aards. De meeste druiven worden gebruikt voor de productie van Chianti en Chianti Classico. Een klassieke Sangiovese wijn is droog, bevat veel tannine en heeft een gemiddelde complexiteit. Daarnaast heeft de wijn veel zuren en tonen van kersen, kruiden en champignons. Naast Italië is de Sangiovese ook aangeplant in Argentinië, Roemenië, Chili en Australië. Sangiovese heeft een lange rijptijd en wordt meestal tussen half september en eind oktober geoogst.


Sauvignon Blanc
De Sauvignon Blanc druif is een aromatische druivensoort voor witte wijn en evert wijnen die droog, verfrissend, pittig en zeer snel drinkbaar zijn. Sauvignon Blanc zien we in veel wijngebieden over de hele wereld, maar wordt van origine veel aangeplant in Frankrijk. De Loirevallei is de belangrijkste Franse streek voor Sauvignon Blanc, met de Pouilly-Fumé en Sancerre als de absolute toppers. De Sauvignon Blanc druif heeft gezorgd voor het succes van de Nieuw-Zeelandse wijnen, wijnen die opvallen door een bijzondere frisheid en een zekere grassigheid, kenmerkend voor Nieuw-Zeeland. Op hout gerijpt wordt Sauvignon Blanc ook wel Blanc Fumé genoemd.

Vroeg geplukt geeft de Sauvignon Blanc een expressief aroma van citrusfruit, gras, asperges, bloemen en brandnetel. Overrijp geplukt wordt hij wat flauw. De sauvignon is gevoelig voor extreme warmte en ontwikkelt zich het best in koele wijngaarden. Hij kan in meerdere stadia van rijpheid worden geplukt, zodat de grassige aroma’s worden gecombineerd met rijpe elementen van tropisch fruit. Men kan in de Sauvignon Blanc de volgende smaken herkennen: groene appels, kruisbessen, grapefruit, asperges en gemaaid gras Ook is de Sauvigon Blanc beroemd vanwege zijn bijdrage in de edele zoete wijnen uit het Bordeauxgebied Sauternes. Door de vrij compacte trossen is deze druivensoort gevoelig voor rotting, botrytis, die onder de juiste omstandigheden de natuurlijke zoetheid kan concentreren om zo een edele zoete wijn te kunnen maken.


Semillon 
De Semillon druif wordt wereldwijd op grote schaal aangeplant, maar komt vaak niet geheel tot zijn recht. De Sémillon druif behoort samen met de Chardonnay en de Sauvignon tot de drie bekendste druiverassen voor witte wijn in Frankrijk. Hij komt vooral in het Bordeaux-gebied voor. Samen met de witte Sauvignon-druif zorgt ze voor de wereldberoemde zoete Sauternes-wijn. Sémillon Blanc is dan ook geschikt voor zoetere wijnen nadat de druiven zijn aangetast door edele rotting. Het is een sterke groeier met goed afrijpend hout, dat redelijk winterhard is. De ogen lopen in het voorjaar matig laat uit, zodat de kans op schade door nachtvorst gering is. De Sémillon is niet zo gevoelig voor ziekten, alleen botrytis treedt vaak op (edele rotting). De Sémillon kan onder de juiste omstandigheden prachtige fijne wijnen leveren die goed kunnen ouderen. De druif levert wijnen met veel extract en weinig zuren. 


Sylvaner
De Elzas is vandaag de dag misschien wel het beste gebied voor de aanplant van de sylvaner druif. Deze wijnstreek in het noordoosten van Frankrijk produceert namelijk enkele van de mooiste sylvaner wijnen ter wereld. Bijzonder is dat ze zeer herkenbare karakteristieken hebben. Ze zijn vaak heel geurig en fris.Het klimaat in de Elzas is ideaal voor maken van witte wijn en het verbouwen van de sylvaner druif. Bijna 90% van alle wijnen in deze wijnstreek zijn wit. Het is zo ideaal door de warme lente, droge en zonnige zomer, lange en zachte herfst en zeer koude winter. Hoewel het gebied niet erg groot is, strekt het zich uit over zo’n 170 kilometer met heuvels en dalen en een grote verscheidenheid aan bodemsoorten. Van zandsteen tot graniet en van vulkanisch naar mergel en kalksteen. Voor alle appellations geldt dat als de druivensoort op het etiket staat, de wijn voor 100% van die druif gemaakt is. Zo niet, dan is het een assemblagewijn.


Verdejo
De Verdejo druif is een Spaanse druivensoort, afkomstig uit het gebied Rueda (Noordwest Spanje, net onder de stad Valladolid). Hij ontleent zijn naam aan het Spaanse woord ‘verde’, wat ‘groen’ betekent. In het Rueda gebied wordt al sinds de 11e eeuw wijn (alleen witte) verbouwd en het kreeg grote bekendheid vanwege de productie van mooie, frisse en fruitige wijnen.


Eind vorige eeuw werd het voortbestaan van de Verdejo bedreigd door een zware Europese druifluis epidemie. Gelukkig heeft hij die overleefd en wordt de Verdejo tegenwoordig weer veelvuldig aangeplant in de omgeving van Valladolid. Het klimaat is vanwege de grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht zeer geschikt voor de opvoeding van de Verdejo druif die daardoor een fris en fruitig karakter krijgt. De Verdejo druif wordt buiten Spanje bijna niet aangeplant.

Wijnen gemaakt van de Verdejo druif worden merendeels jong gedronken, hoewel houtlagering en daardoor een langere bewaartijd tot de mogelijkheden behoort. De houtgerijpte Verdejo’s zijn nog rijker, complexer en bevatten zachte tonen van noot en honing. Bijzonder aan de Verdejo druif is dat hij erg gevoelig is voor contact met zuurstof, daarom worden de druiven vaak ‘s nachts geplukt en dan zo snel mogelijk geperst en in metalen vaten gegoten. Met behulp van stikstof worden de druiven gedurende dit gehele proces zoveel mogelijk beschermd tegen zuurstof om vroegtijdige gisting te voorkomen.

Verdicchio 
De Verdicchio druif is een goen-witte druif die voornamelijk groeit in de Marken aan de Adriatische kust. De Verdicchio is een heel oud ras, en hoewel het al eeuwen voorkomt in de Marken, is de geboorteplaats waarschijnlijk Veneto, van waaruit het dan naar het zuiden is verspreid in de 15de eeuw.


Het mooie aan dit sublieme druivenras is de elegantie, die als een rode draad door alle wijnen loopt, zelfs wanneer het gaat om de meest volle en gestructureerde wijnen. Mineraliteit, fruit en frisse zuren, alles zit in witte wijn gemaakt van Verdicchio druiven. Binnen de Marken schittert deze druif binnen de appellaties Verdicchio dei Castelli di Jesi en Verdicchio di Matelica.

De Verdicchio druif wordt al sinds honderden, zo niet duizenden jaren verbouwd in de heuvels van Ancona en in de bergen aan de grens met Umbrië. Van daaruit heeft hij zich verspreid naar andere delen van Centraal Italië. In het midden van de twintigste eeuw bezweek de Verdicchio in de Marche zelfs bijna onder het grote succes van de Trebbiano druif die toen in grote mate werd aangeplant vanwege de hoge productiviteit van de druif. Veel wijnboeren en grotere producenten gaven toen de voorkeur aan de Trebbiano boven de Verdicchio.

Alhoewel bij goede wijnboeren van Trebbiano erg mooie wijnen wordt gemaakt was het meeste bedoeld om bulkwijn van te maken. Het grote kwaliteitsverschil van de witte wijnen gemaakt van Verdicchio druiven deed veel wijnboeren later tot inzicht komen en zij planten steeds meer en meer de Verdicchio aan als hoofddruif. Een eigenschap van Verdicchio, wiens naam zoals vele andere variëteiten is gebaseerd op het Italiaanse woord 'verde' (groen), is de intense groen kleur van de druiven bij oogsttijd, hoewel ze ook een lichte kopertint kunnen vertonen. Dit zou volgens enkele geschiedkundigen verklaard kunnen worden door het bestaan van twee sub-variëteiten, de één groenachtig van kleur met een vaste tros, de andere met gouden tinten en een lossere tros. Verschillende varianten van de druif lijken deze bewering te bevestigen, zoals de Verdicchio BiancoVerdicchio VerdeVerdicchio Giallo en Verdicchio Vero.

De smaak neigt meer naar appelgroen wanneer de druif vroeg geplukt wordt, terwijl die groene scherpheid bij latere oogst kan overgaan in honingachtige boterigheid, zeker wanneer de productie beperkt blijft en de druiven handmatig worden geplukt en geselecteerd.

Vandaag de dag wordt de Verdicchio druif steeds meer beschouwd als meest karaktervolle inlandse witte wijn van Italië. Onder de juiste omstandigheden is Verdicchio ook een wijn die flink wat ouderdom kan vergaren. De Verdicchio heeft bewezen dat ze veelzijdig is en goede tot uitstekende wijnen levert in allerlei stijlen. Er bestaan slechts twee DOC's, die beide een minimum van 85% Verdicchio moeten bevatten: de Verdicchio Castelli di Jesi en de Verdicchio di Matelica. De Castelli di Jesi, de grootste van de twee in volume, bevat ook een Classica-zone, die zowat drie kwart van de totale productie uitmaakt. Castelli di Jesi bezit de grootste verscheidenheid aan stijlen en op een enkele uitzondering na, ook de iets verfijndere en beter gebalanceerde wijnen.

Viura
De Viura druif wordt doorgaans Macabeo genoemd en is in Spanje een belangrijke druivensoort voor witte wijn. Het is een druivensoort die veel gebruikt wordt in de Cava. De druif wordt verbouwd in heel Noord-Spanje en in zuidelijker gelegen delen waar men Cava mag maken. Ook in Frankrijk is de druif aangeplant, en wel in de Roussillon, de Languedoc, de Provence en de zuidelijke Rhône. In Catalunya wordt de Viura of Macabeo geassembleerd met Xarel Lo en Parellada, met een van de beste mousserende wijnen van Spanje als resultaat.

Dit druivenras vereist een arme bodem en is zeer hitte- en droogteresistent, tamelijk productief en wordt laat geoogst. De Viura druif wordt soms verweten wat neutraal te zijn, maar een goed wijnmaker weet de juiste aroma’s en de kruidige geur er wel in te krijgen. De wijnen verliezen hun smaak en fruitige karakter echter relatief gemakkelijk en zijn op hun best wanneer zij jong gedronken worden. Viura-druiven zorgen voor strogele tot amberkleurige wijnen met een hoog zuurgehalte en een hoog alcoholgehalte. De geur is bloemig en de smaak droog, fruitig, licht en fris.



Xarel-lo
De Xarel-lo druif, ook wel Pansà Blanco genoemd, staat bekend om de ronde, frisse en fruitige smaak. Deze druif wordt voornamelijk gebruikt in combinatie met Viura en Parellada als bouwstenen bij het maken van cava. De Xarel-lo draagt voornamelijk bij aan de stevige aromatische basis en de kracht van de cava. Wanneer deze druif wordt gebruikt bij het maken van cava is het van groot belang dat deze druif vroeg geoogst wordt. Wanneer deze druif namelijk de tijd heeft gekregen om te rijpen, verliest het haar kenmerkende zuurtje. De Xarel-lo druif is voornamelijk terug te vinden in Penedès en Catalunya.

 

Vergelijk producten Verwijder alle producten

You can compare a maximum of 3 products

Hide compare box
← Keer terug naar de backoffice    Deze winkel is in aanbouw. Eventueel geplaatste orders zullen niet worden gehonoreerd of verwerkt. Verbergen